Activeren
De eerste keer dat Exsion gebruikt wordt moet deze worden geactiveerd.
Klik op “Activeren” in het Exsion menu om het licentie scherm te openen.
Klik op de knop “Activeren” om de activatie daadwerkelijk uit te voeren. Tijdens het activeren wordt een verbinding gemaakt via internet om de licentiegegevens te controleren en dit exemplaar van Exsion te registreren.
Menu opties
Exsion wordt bij het openen van Excel getoond als tab in het lint. Binnen het Exsion lint zijn de onderstaande menuopties te vinden.
- Connectie
- Database structuur
- Functie bibliotheek
- Functie definitie
- Formules naar waarden
- Details weergeven
- Dynamische download
- Gegevens vernieuwen
- Help
- Info
Connectie
Om gegevens op te halen uit een Dynamics NAV database moet er eerst een connectie worden aangemaakt. De eerste keer dat Exsion wordt gebruikt, zullen er nog geen connecties zijn aangemaakt en kunt u alleen kiezen voor de optie “Nieuwe connectie”.
Na een keuze vanuit dit submenu wordt het volgende scherm getoond:
Door op de knop “Opslaan” te drukken wordt de connectie opgeslagen. Indien een bestaande connectie geopend wordt zal de knop “Verwijderen” deze verwijderen.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Authenticatie | SQL Server Authentication
Windows Authentication Active Directory - Integrated Active Directory - Password Active Directory - Universal with MFA support OAuth 2.0 (v2) |
ID | Het ID van de databaseconnectie is een getal tussen 1 en 9999 en is in alle Exsion functies het eerste argument. Standaard wordt het ID bij elke nieuwe connectie met één verhoogd. |
Gebruikers-ID | Gebruikers-ID van de Dynamics NAV database. |
Wachtwoord | Wachtwoord voor de gebruiker in de Dynamics NAV database |
Server | SQL Server naam (of IP-adres) waarop de Dynamics NAV database is geïnstalleerd. |
Database | De naam van de Dynamics NAV database. |
Tenant | De tenant waarnaar U een connectie wilt maken. |
Bedrijf | Het bedrijf waarnaar U een connectie wilt maken. |
Netwerktype | Dit is het netwerktype dat ingesteld is binnen Dynamics NAV. |
Client | De verwijzing naar de installatiedirectory van de Dynamics NAV client. |
Service | Het serveradres. Bij gebruik van de “Role Tailored Client (RTC)” moet hier de “Server:Portnumber/Instance” worden ingevuld. Voor de “Webclient” moet hier de URL “https://server:portnumber/instance” worden ingevuld. |
Database structuur
Hiermee brengt u de complete database structuur in kaart, inclusief het maatwerk. Het werkt als een soort stratenboek van uw Dynamics NAV applicatie. U kunt op deze manier inzicht krijgen in het datamodel van uw Dynamics NAV omgeving. Wanneer u een vinkje zet achter Excel formaat wordt onderstaande niet in een webpagina maar in een Excel document getoond.
Na op de knop “OK” gedrukt te hebben, wordt de database structuur voor de gekozen connectie getoond.
Door op een tabelnaam te klikken krijgt U de detailinformatie van de tabel.
Kolom | Beschrijving |
---|---|
Kolom 1 | De namen van de velden. In de eerste regel de naam van de tabel. |
Kolom 2 | De nummers van de velden. In de eerste regel het nummer van de tabel. Deze nummers kunnen worden gebruikt bij het zoeken naar tabellen binnen Exsion. |
Type | Het datatype van het veld. |
Size | De maximale grote van het veld. |
Class | Of het veld een waarde moet bevatten. |
Index | De verschillende indexen die aangemaakt zijn op de tabel. |
SumFields | De verschillende SumFields die binnen de tabel vastgelegd zijn. |
Functie bibliotheek
U kunt een bibliotheek van functies aanleggen, die ongeacht in welk Excel bestand u werkt altijd aanwezig zullen zijn. Bij de installatie van Exsion kan worden gekozen om de functie bibliotheek op een centrale plaats neer te zetten, zodat alle gebruikers de beschikking hebben tot deze functies.
Na het opstarten van deze functie krijgt u een overzicht met functies uit de bibliotheek. Wanneer er geen functies zijn gedefinieerd is deze lijst leeg.
U kunt kiezen voor “Nieuw” om een nieuwe functie aan te maken of “Bewerken” om een bestaande functie te wijzigen.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Tabel | De tabel waaruit de functie zijn gegevens haalt. |
Veld | Het veld dat moet worden opgehaald via deze functie. |
Methode | Keuze van de berekening op het veld (Som, Minimum, Maximum, Gemiddelde of Aantal). |
Index | De index die moet worden gebruikt. De velden binnen de index worden als argumenten aan de functie toegevoegd. |
Naam | Naam van de functie. |
Omschrijving | Een korte omschrijving van de functie (deze omschrijving wordt in de functie wizard van Excel getoond). |
Weergave | Keuze om de beschrijving van tabellen/velden te tonen of de namen uit de database. |
Connectie-ID | De connectie ID waarvan de tabellen en velden worden getoond. |
Na de knop “>>” worden de functie argumenten getoond (gekozen index):
Veld | Beschrijving |
---|---|
Naam | Standaard worden de veld beschrijvingen van de tabel gebruikt, maar kan hier gewijzigd worden om het gebruikersgemak te verhogen. |
Omschrijving | Een korte omschrijving van het argument (deze omschrijving wordt in de functie wizard van Excel getoond). |
Filter (vast) | Er kan een vast filter worden ingegeven, het argument wordt daarna niet meer getoond in de functie wizard van Excel. |
Verbergen | Geeft aan of het argument verborgen moet zijn in de functie wizard van Excel. |
Na het drukken op de knop “OK” is de functie toegevoegd aan de bibliotheek.
De aangemaakte functie is terug te vinden in de functie wizard van Excel onder de categorie “Exsion bibliotheek”:
Functie definitie
Naast het aanmaken van een functie in de (gedeelde) functiebibliotheek is het ook mogelijk om een functie in een Exsion bestand op te nemen. Het voordeel van deze manier is dat iedereen het rapport met de functie kan gebruiken zonder dat de functie in de bibliotheek aanwezig is.
Database functies gebruiken als argument (definitie) een bereik waarin de tabel, indexvelden en de veldnaam waarvan de waarde moet worden opgehaald.
Om een definitie aan te maken om het bereik waarin de tabel en indexvelden zijn opgenomen moet u kiezen voor de optie “Functie definitie”. In dit scherm moeten achtereenvolgens de tabel, het veld en de index worden opgegeven.
Na het drukken op de “OK” knop vraagt Exsion om een naam aan de functie definitie te geven.
Indien het gekozen veld een FlowField is zal Exsion voorstellen om de functie op de brontabel van het FlowField aan te maken.
En wordt de tabel met de geselecteerde index gekopieerd naar de actieve cel in Excel.
Zie het hoofdstuk Database functies, voor een lijst met functies die gebruik maken van deze functie definitie.
Formules naar waarden
Via deze menu optie kunt u alle Exsion formules in uw rapport vervangen door waarden. De menu optie is bedoeld om Exsion rapporten uit te kunnen wisselen met andere Excel gebruikers die geen beschikking hebben tot Exsion.
Let op: wanneer deze optie is uitgevoerd, zullen de Exsion formules in het Excel bestand zijn gewist. Zonder Exsion formules kunnen de gegevens niet meer vernieuwd vanuit de database.
Om te voorkomen dat u de formules verliest kunt u het beste eerst het Excel bestand onder een andere naam opslaan (een kopie maken).
Details weergeven
Deze menu optie geeft u inzicht in details achter een Exsion formule van de huidige cel. De manier van weergeven van de details wordt bepaald door de instelling “Excel drilldown” in het Info menu.
Indien deze instelling aangezet is zal Exsion bij het “Details weergeven” een nieuwe werkmap aanmaken. In deze werkmap worden de details weergegeven.
Indien de instelling “Excel drilldown” niet is aangezet zal Exsion bij het “Details weergeven” direct Dynamics NAV openen.
Dynamische download
Door middel van een dynamische download kunnen gegevens vanuit de database in Excel worden geplaatst. In tegenstelling tot het gebruik van functies kan met een download in één keer een grote hoeveelheid gegevens worden opgehaald. Wanneer de cursor in het uitvoerbereik van een bestaande downloaddefinitie staat wordt niet de hieronder beschreven interface geopend maar wordt de cursor geplaatst in de downloaddefinitie behorende bij dat uitvoerbereik.
Wanneer de functie voor de eerste keer wordt opgestart, zijn er nog geen tabellen en velden geselecteerd binnen de download definitie.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Toevoegen | Geeft een lijst met tabellen vanuit de database. |
Zoeken | Zoekmogelijkheid binnen de daarboven genoemde lijst. |
Weergave | Keuze om de beschrijving van tabellen/velden te tonen of de namen uit de database. |
Connectie | De databaseconnectie waarop de download is gebaseerd. |
Knoppen om te selecteren | Via de knop “>>” selecteert u alle velden. Door op de knop “>” te klikken selecteert u één veld. Via de knoppen “<” en “<<” de-selecteert u respectievelijk één veld of alle velden. |
INS | Hiermee kan een lege kolom worden opgenomen in de download. Daarin kan dan naar wens een eigen berekening worden opgenomen. |
JOIN | Wanneer er meerdere tabellen zijn geselecteerd, moeten er relaties tussen tabellen worden opgegeven. Dit kan door in het linker tabblad op een veld te gaan staan en op het rechter tabblad het relatie veld te kiezen. |
[___] | INNER,OUTER,INNER TOP 1,OUTER TOP 1,NOT EXISTS |
Velden | Een lijst met geselecteerde velden. |
Naam | Standaard wordt het veldnaam van de tabel gebruikt, maar kan hier worden aangepast. De aangepaste naam wordt in de tabel of draaitabel getoond. |
Methode | Keuze van de berekening op het veld (SOM, MIN, MAX, GEM of ANT). |
Verbergen | Velden die niet in de download moeten worden getoond, kunnen hiermee worden verborgen. Dit kunnen velden zijn waarop gefilterd wordt en/of velden die relaties tussen tabellen aangeven. |
Tabel/Veld | Bron tabel/veld uit de lijst velden. |
Start draaitabelwizard voor deze download | Nadat een download is gebruikt voor de eerst keer, kan deze worden aangepast om te gebruiken voor het creëren van een draaitabel. Klik op een cel in de download definitie en vervolgens de Dynamic downloaden menu-optie om de bestaande download wijzigen. Selecteer: “Start draaitabelwizard voor deze download”. |
Openen | Een EDD (Exsion Download Definitie) bestand openen. |
Opslaan | Een EDD (Exsion Download Definitie) bestand opslaan. |
OK | Door op“OK” te klikken geeft u aan dat u de downloaddefinitie wilt aanmaken. Het uitvoeren van de downloaddefinitie begint pas als u op de knop “Gegevens vernieuwen” klikt. |
Vervolg boven staand scherm, nu met de opties vanuit het tabblad “Instellingen”.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Type | Keuze uit “TABEL” of “DRAAITABEL”. |
TOP | Het maximaal aantal regels dat uit de database wordt overgehaald. |
Unieke records | De optie unieke records zorgt er voor dat dubbele regels worden gefilterd uit de uitvoer van een download. Het is niet mogelijk om slechts op basis van een aantal geselecteerde velden te bepalen of een regel uniek is, dit wordt altijd bepaald door alle velden. |
Exclusief veldnamen | Geen veldnamen boven de uitvoer tonen. |
Sorteren op | Maximaal 3 velden waarop gesorteerd moet worden. |
Aflopend | Of het veld aflopend moet worden gesorteerd. |
Uitvoeren naar tabbladen | Naast het uitvoeren naar rijen is het mogelijk uit te voeren naar tabbladen. Wanneer deze optie aan staat wordt voor elk opgehaald record een tabblad gegenereerd aan de hand van een sjabloonblad dat u zelf kunt opmaken. |
Sjabloon | Naam van het sjabloon. |
Uitklappen | Voert het uitklappen uit op basis van het sjabloon. |
Om een tabel toe te voegen moet u dubbel klikken op de tabel (binnen de lijst met tabellen in het “Toevoegen” tabblad). Hierna zal Exsion een nieuw tabblad aanmaken voor de toegevoegde tabel. Op dat tabblad kan vervolgens een selectie gemaakt worden uit de velden binnen die tabel.
Koppelen van tabellen
Bij het aanmaken van een download is het ook mogelijk om meerdere tabellen te koppelen (verder: joinen). Dat kan gedaan worden door in de download wizard op het tabblad “Toevoegen” een tweede tabel te selecteren (dubbelklikken).
Na het toevoegen van de 2de tabel komt er een voorstel met de tabel relaties:
Knop | Beschrijving |
---|---|
Velden om op te joinen | Verschillende velden waarop de tabellen gekoppeld kunnen worden. |
Jointype | Verschillende Join types waaruit gekozen kan worden. |
OK | De tabellen definitief koppelen. |
Nadat het scherm is afgelosten keert u terug naar het vorig scherm.
Nadat de download met “OK” is afgesloten wordt onderstaande definitie getoond. Deze moet altijd in het rapport aanwezig blijven zodat de gegevens kunnen worden vernieuwd.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Connectie | De databaseconnectie waarop de download is gebaseerd. Hier mogen handmatig ook meerdere connecties worden opgegeven om uit meerdere bedrijven te rapporteren. Bijv. “1..6” of “1|3|9”. |
Tabel | Nummer van de tabellen die gebruikt worden binnen de download. |
JOINTYPE | Indien meerdere tabellen gebruikt zijn wordt het gekozen jointype getoond. |
FILTER | Een filter definitie voor het veld (zie Gebruik van filters). |
VERBERGEN | Velden die niet in de download moeten worden getoond, kunnen hiermee worden verborgen. Dit kunnen velden zijn waarop gefilterd wordt en/of velden die relaties tussen tabellen aangeven. |
SORTEREN | Een nummer van 1 t/m 3. Om aflopend te sorteren moet een negatief nummer worden opgegeven. |
METHODE | Keuze van de berekening op het veld (SOM, MIN, MAX, GEM of ANT). |
EXPRESSIE | Hier kan een Exsion functie worden gebruikt om de download te versnellen. |
Connectie | De eerste regel bevat altijd een dummy veld “Connectie” met als veldnummer “-2”. Dit veld kan gebruikt worden als er meerdere connecties worden gebruikt om uit meerdere bedrijven te rapporteren. Verander hiervoor het verbergen in “ONWAAR”, in de uitvoer wordt vervolgens het connectienummer getoond waaruit de gegevens opgehaald worden. |
Tabelvelden | Alle velden die geselecteerd zijn worden onder mekaar getoond. |
Na het definiëren van een nieuwe download en op de knop “Gegevens vernieuwen” te hebben gedrukt, wordt de vraag gesteld waar de uitvoer van de download moet worden geplaatst.
Elke download definitie heeft een naam die begint met “EXSION_DATA_” gevolgd door een tabelnaam.
Join types
Binnen Exsion zijn 5 jointypes te gebruiken. Twee hiervan kunnen direct worden gekozen via de wizard bij het koppelen van de tabellen. De andere drie kunnen handmatig worden ingevoerd in de download definitie.
Type join | Beschrijving |
---|---|
1=Inner | Alleen records opnemen waarvoor de gekoppelde velden uit beide tabellen identiek zijn. |
2=Outer | Alle records uit de eerste tabel opnemen en alleen die records uit de tweede tabel waarvoor de gekoppelde velden identiek zijn. |
3=Inner top 1 | Geeft het eerste record waarvoor de gekoppelde velden uit beide tabellen identiek zijn. Wat het eerste record is kan worden beïnvloed door de sortering aflopend of oplopend in te stellen. |
4=Outer top 1 | Alle records uit de eerste tabel opnemen en alleen het eerste record uit de tweede tabel waarvoor de gekoppelde velden identiek zijn. Wat het eerste record is kan worden beïnvloed door de sortering aflopend of oplopend in te stellen. |
5=Not Exists | Alleen records opnemen uit de tweede tabel waarin de gekoppelde velden niet identiek zijn. |
Draaitabel
De uitvoer van Exsion kan automatisch in een draaitabel worden geplaatst. Hiervoor zal eerst een download moeten worden aangemaakt en zal doormiddel van de knop “Gegevens vernieuwen” een uitvoerbereik aangegeven worden.
Indien de download definitie vervolgens weer wordt geopend (binnen de definitie gaan staan en op de knop “Dynamische download” klikken) kan rechts onderin een vink gezet worden bij “Start draaitabelwizard voor deze download”.
Door op “OK” te klikken zal Exsion onderstaande locatie aanvragen. Geef hierbij een tabblad in het Excel document aan en klik op “OK”.
De draaitabel krijgt de naam “EXSION_” en de tabelnaam. Hierdoor zal de draaitabel worden bijgewerkt als er op de knop “Gegevens vernieuwen” wordt gedrukt.
Gegevens vernieuwen
Met deze optie worden alle dynamische downloads en/of formules binnen uw Excel document opnieuw berekend. Deze optie kunt u gebruiken wanneer uw gegevens in het werkblad nog niet zijn bijgewerkt. De standaard functie van de knop is om alle dynamische downloads te vernieuwen.
Door op het pijltje te klikken kan er ook voor worden gekozen om alleen de downloaddefinitie waar de cursor in staat te vernieuwen. Dit kan handig zijn voor het snel testen van wijzigingen in de betreffende downloaddefinitie. In de kop van een downloaddefinitie kunt u altijd de datum en tijd zien wanneer deze voor het laatst vernieuwd is.
Help
Geeft u alle informatie die nodig is om Exsion te kunnen gebruiken.
Info
Tab | Beschrijving | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Instellingen |
|
||||||||||||||||
Support | Onze helpdesk kan op afstand support leveren via TeamViewer. | ||||||||||||||||
Versie |
|
||||||||||||||||
Licentie | Geeft het bedrijf waartoe een gebruikrecht is verleend en laat zien welke gebruikers een licentie hebben geactiveerd. |
Functies
Standaard functies
Functie | Beschrijving |
---|---|
EXSION_ANWSAL | Geeft het saldo van een analyseweergave weer (Navision 3.01b en hoger). |
EXSION_BEDRIJF | Geeft de bedrijfsnaam weer van een databaseconnectie. |
EXSION_DATUM | Geeft een datumfilter weer. |
EXSION_DI1OMS | Geeft de globale dimensie 1 naam weer. |
EXSION_DI2OMS | Geeft de globale dimensie 2 naam weer. |
EXSION_DIMOMS | Geeft de shortcutdimensienaam weer (Navision 3.01b en hoger). |
EXSION_KLTOMS | Geeft de klantnaam weer. |
EXSION_KLTSAL | Geeft het openstaand saldo van een klant weer. |
EXSION_KLTWPL | Geeft de klantplaats weer. |
EXSION_LEVOMS | Geeft de leveranciernaam weer. |
EXSION_LEVSAL | Geeft het openstaand saldo van een leverancier weer. |
EXSION_LEVWPL | Geeft de leverancierplaats weer. |
EXSION_REKOMS | Geeft de grootboekrekeningnaam weer. |
EXSION_REKSAL | Geeft het saldo of budget van een grootboekrekening weer. |
EXSION_REKSAM | Geeft de samentelling van een grootboekrekening weer. |
EXSION_SAMENVOEGEN | Geeft een samengestelde tekst terug van een bereik. |
EXSION_WEEKNR | Geeft het weeknummer van een datum weer. |
De functies zijn terug te vinden in de functie wizard van Excel onder de categorie “Exsion standaard”:
EXSION_ANWSAL
Geeft het saldo van een analyseweergave weer (Navision 3.01b en hoger).
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Analyseweergavecode | Analyseweergavecode. |
[Grootboekrekening] | Grootboekrekening (filter). |
[Datumfilter] | Datum (filter). |
[Budgetcode] | Budget. |
[Dimensie 1] | Code dimensie 1 filter. |
[Dimensie 2] | Code dimensie 2 filter. |
[Dimensie 3] | Code dimensie 3 filter. |
[Dimensie 4] | Code dimensie 4 filter. |
EXSION_BEDRIJF
Geeft de bedrijfsnaam weer van een databaseconnectie.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_DATUM
Geeft een datumfilter weer.
Argument | Beschrijving | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). | ||||||||||||||
Type | Keuze uit 1=Dag, 2=Week, 3=Maand, 4=Kwartaal, 5=Jaar of 6=Boekhoudperiode. | ||||||||||||||
[Cumulatief] | Nee, Ja of YTD (Jaar t/m datum). | ||||||||||||||
[Index] | Bij de index moet het nummer van het desbetreffende type ingevuld worden. Voor het type maand kan voor de index het getal 1 t/m 12 worden ingevuld. Een andere mogelijkheid is het invullen van een negatieve index of een 0. Voor elk type wordt vanaf de huidige datum in het ingegeven jaar teruggerekend afhankelijk van de index. Stel het is oktober 2014 en het type is maand, de index is “-1” en het jaar is 2014 dan krijgt u het datumfilter voor september 2014 als resultaat.
|
||||||||||||||
[Jaar] | Optioneel jaar (standaard is het huidige jaar). |
EXSION_DI1OMS
Geeft de globale dimensie 1 naam weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Dimensiecode | Dimensie 1. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_DI2OMS
Geeft de globale dimensie 2 naam weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Dimensiecode | Dimensie 2. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_DIMOMS
Geeft de shortcutdimensienaam weer (Navision 3.01b en hoger).
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Dimensiegroep | Dimensiegroep. |
Dimensiecode | Dimensiewaarde. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_KLTOMS
Geeft de klantnaam weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Klantcode | Klantnummer. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_KLTSAL
Geeft het openstaand saldo van een klant weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Klantcode | Klantnummer. |
[Datumfilter] | Datum (filter). |
[Dimensie 1] | Code globale dimensie 1 filter. |
[Dimensie 2] | Code globale dimensie 2 filter. |
EXSION_KLTWPL
Geeft de klantplaats weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Klantcode | Klantnummer. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_LEVOMS
Geeft de leveranciernaam weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Leverancierscode | Leveranciernummer. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_LEVSAL
Geeft het openstaand saldo van een leverancier weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Leverancierscode | Leveranciernummer. |
[Datumfilter] | Datum (filter). |
[Dimensie 1] | Code globale dimensie 1 filter. |
[Dimensie 2] | Code globale dimensie 2 filter. |
EXSION_LEVWPL
Geeft de leverancierplaats weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Leverancierscode | Leveranciernummer. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_REKOMS
Geeft de grootboekrekeningnaam weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Grootboekrekening | Grootboekrekening. |
[Opmaak] | 0=Standaard, 1=Hoofdletters, 2=Kleine letters, 3=Eerste letter of 4=Beginletters. |
EXSION_REKSAL
Geeft het saldo of budget van een grootboekrekening weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Grootboekrekening | Grootboekrekening (filter). |
[Datumfilter] | Datum (filter). |
[Budgetcode] | Budget. |
[Dimensie 1] | Code globale dimensie 1 filter. |
[Dimensie 2] | Code globale dimensie 2 filter. |
EXSION_REKSAM
Geeft de samentelling van een grootboekrekening weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Grootboekrekening | Grootboekrekening. |
EXSION_SAMENVOEGEN
Geeft een samengestelde tekst terug van een bereik.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Bereik | Een bereik van cellen. |
[Scheidingsteken] | Een scheidingsteken of tekst. |
[Uniek] | Indien WAAR, dan worden alleen de unieke waardes samengevoegd. |
[Lege cellen] | Indien WAAR, dan worden lege cellen opgenomen. |
EXSION_WEEKNR
Geeft het weeknummer van een datum weer.
Argument | Beschrijving |
---|---|
Datum | Voer een datum in. |
[Formaat] | 0=WW, 1=JJWW, 2=JJJJWW, 3=WWJJ, 4=WWJJJJ. |
[Scheidingsteken] | 0=geen, 1=spatie, 2=-, 3=|, 4=/, 5=\. |
Geavanceerde functies
Functie | Beschrijving |
---|---|
EXSION_NAVANT | Geeft het aantal records binnen de tabel die overeenkomt met de opgegeven filter(s). |
EXSION_NAVGEM | Geeft de gemiddelde waarde van een veld binnen een tabel die overeenkomt met de opgegeven filter(s). |
EXSION_NAVLST | Geeft de unieke waarde van een veld binnen een tabel die overeenkomt met de gebruikte filter(s), gescheiden door het scheidingsteken. |
EXSION_NAVMAX | Geeft de grootste waarde van een veld binnen een tabel die overeenkomt met de opgegeven filter(s). |
EXSION_NAVMIN | Geeft de kleinste waarde van een veld binnen een tabel die overeenkomt met de opgegeven filter(s). |
EXSION_NAVOMS | Geeft de (eerste) waarde van een veld binnen een tabel die overeenkomt met de opgegeven filter(s). |
EXSION_NAVSAL | Geeft de gesommeerde waarde van een veld binnen een tabel die overeenkomt met de opgegeven filter(s). |
Gebruik van geavanceerde functies wordt aanbevolen voor functies die alleen betrekking hebben op één Excel bestand. Deze functies hoeven niet in de functie bibliotheek te worden vastgelegd.
Deze functies zijn terug te vinden in de functie wizard van Excel onder de categorie “Exsion geavanceerd”:
Argument | Beschrijving |
---|---|
Connectie | Connectie (1 t/m 9999). |
Functie definitie | Functie definitie (bereik). |
Filter 1 | Filter op het indexveld 1. |
Filter 2 | Filter op het indexveld 2. |
... | Enz. |
Bibliotheek functies
De functie bibliotheek bezit de gebruiker gedefinieerde functies.
Deze functies werken als elke andere Excel of Exsion functie en zal beschikbaar zijn voor alle Excel documenten.
Deze bibliotheek kan worden gedeeld door alle Exsion gebruikers.
Gebruik van filters
U kunt bij de invoer van een filter alle cijfers en letters gebruiken die u normaal ook kunt gebruiken. Daarnaast kunt u een aantal speciale symbolen en rekenkundige formules gebruiken.
Dit zijn de beschikbare notities:
Teken | Betekenis | Voorbeeld | Weergegeven records |
---|---|---|---|
= | Gelijk aan | 377 | Nummer 377. |
BLAUW | Records met de code BLAUW, zoals de magazijncode BLAUW. | ||
22-1-2016 10:00 | Een exacte datum/tijd: 22-jan-2016 10:00:00. | ||
.. | Tussen | 1100..2100 | Nummers 1.100 t/m 2.100. |
..2.500 | Tot en met 2500. | ||
..31-12-2015 | Datums tot en met 31-dec-2015. | ||
| | of/of | 1200|1300 | Records met nummer 1.200 of 1.300. |
& | en | <2000&>1000 | Nummers kleiner dan 2000 en groter dan 1000. |
<> | Niet gelijk aan | <>0 | Alle nummers behalve 0. |
<>A* | Niet gelijk aan tekst die begint met A. | ||
> | Groter dan | >1200 | Nummers groter dan 1.200 |
>= | Groter dan of gelijk aan | >=1200 | Nummers groter dan of gelijk aan 1.200 |
< | Kleiner dan | <1200 | Nummers kleiner dan 1.200 |
<= | Kleiner dan of gelijk aan | <=1200 | Nummers kleiner dan of gelijk aan 1.200 |
* | Een onbeperkt aantal onbekende tekens | *cem* | Tekst met de letters “cem” |
cem* | Tekst die begint met “cem” | ||
? | Een onbekende teken | ?im | Tekst zoals Jim of Tim |
() | Berekenen voor de rest | 30|(>=10&<=20) | Records met nummer 30 of met een nummer tussen 10 en 20 (het resultaat van de berekening tussen haakjes). |
U kunt de verschillende notatiesoorten ook combineren:
Voorbeeld | Weergegeven records |
---|---|
5999|8100..8490 | Alle records met het nummer 5.999 of een uit het interval tussen 8.100 en 8.490. |
..1299|1400.. | Records met een nummer kleiner dan of gelijk aan 1.299 of gelijk aan 1.400 en hoger. Met andere woorden: alle nummers behalve 1.300 tot en met 1.399. |
>50&<100 | Records met een nummer groter dan 50 en kleiner dan 100, ofwel nummers 51 tot en met 99. |
*C*&*D* | Tekst met de tekens C en D. |
*bo?* | Tekst die begint met “bo” zoals boek, boekhouding en geboekt. “bo” moet in de tekst voorkomen, gevolgd door ten minste één teken en kan worden omgesloten door een onbeperkt aantal tekens in de vorm van zowel hoofdletters als kleine letters. |
ExsionBC
VBA Tips
Als de mogelijkheden die Excel en Exsion standaard bieden nog niet genoeg zijn kunnen ze altijd nog in VBA gemaakt worden. Exsion heeft hiervoor events en functies die gebruikt kunnen worden om uw eigen VBA code en Exsion functies te combineren.
In de eerste paragraaf wordt dit uitgelegd. In de hoofdstukken daarna, volgen een aantal praktische tips en trucs die in het verleden door ons zijn toegepast en ook generiek te gebruiken zijn.
In de voorbeelden hierna wordt ‘Exsion.xlam’ gebruikt als verwijzing naar de Exsion invoegtoepassing.
Automatische procedures met VBA
Exsion biedt de mogelijkheid eigen VBA procedures uit te voeren voor of na het gegevens vernieuwen. Verder is het andersom mogelijk de functie gegevens vernieuwen uit te voeren vanuit de eigen procedure. Houdt er wel rekening mee dat fouten die optreden binnen de eigen procedure van invloed kunnen zijn op de werking van Exsion. Test bij eventuele problemen altijd eerst uit of de fout ook optreed met standaard gebruik van Exsion zonder eigen procedures.
Aanroep vanuit een eigen procedure
Vanuit een eigen VBA procedure kan de functie gegevens vernieuwen worden aangeroepen. Op de plaats waar u in uw eigen procedure de gegevens wilt vernieuwen voegt u de volgende regel toe in de code via de VBA editor (F11):
Application.Run "'Exsion.xlam'!MENU_DATA"
De uitvoering van deze regel heeft exact hetzelfde effect als het drukken op het uitroepteken in het menu van Exsion.
Om de uitvoering niet afhankelijk te maken van Exsion kunt u het beste om de uitvoering van Exsion functies “On Local Error” regels toevoegen.
On Local Error Resume Next Application.Run "'Exsion.xlam'!MENU_DATA" On Local Error GoTo 0
Naast gegevens vernieuwen kunt u ook de functie formules naar waarden automatisch uitvoeren. Neem hiervoor de volgende code op:
Application.Run "'Exsion.xlam'!MENU_VALUES"
Indien u de vraag krijgt of de formules omgezet moeten worden naar waarden kunt u deze onderdrukken door meldingen tijdelijk uit te schakelen. Dat doet u door een regel voor en na de formules naar waarden actie te plaatsen. Eventueel kunt u de huidige instelling opslaan in een variabele om deze vervolgens weer terug te plaatsen.
Dim s_displayAlertsSetting As Boolean s_displayAlertsSetting = Application.DisplayAlerts Application.DisplayAlerts = False On Local Error Resume Next Application.Run "'Exsion.xlam'!MENU_VALUES" On Local Error GoTo 0 Application.DisplayAlerts = s_displayAlertsSetting
Uitvoering procedure voor gegevens vernieuwen
Het is mogelijk een procedure uit te voeren net voor het gegevens vernieuwen. Neem hiervoor de volgende code op in het project. Voer in plaats van [Naam eigen procedure] de naam in van de procedure die u wilt uitvoeren. Deze procedure dient binnen hetzelfde project aanwezig te zijn.
Sub Exsion_beforerefresh() Call [Naam eigen procedure] End Sub
Om de gegevens te vernieuwen af te breken kan de volgende code worden gebruikt:
Sub Exsion_beforerefresh() If Cancel Then Err.Raise 513, "exsion_cancel" Exit Sub End If End Sub
Uitvoering procedure na gegevens vernieuwen
Naast het uitvoeren van een procedure net voor het gegevens vernieuwen is het ook mogelijk iets uit te voeren net na het gegevens vernieuwen. Neem hiervoor onderstaande code op in het project. Voer in plaats van [Naam eigen procedure] weer de naam in van de procedure die u wilt uitvoeren.
Sub Exsion_onrefresh() Call [Naam eigen procedure] End Sub
Automatisch verversen na wijziging parameter
Benoem de cel die u wijzigt met een logische naam. In het voorbeeld hieronder is dit ‘Subcategorie’. Indien u een andere naam gebruikt past u deze dan ook in onderstaande code aan.
Plaats vervolgens de volgende code in ThisWorkbook.
Private Sub Workbook_SheetChange(ByVal Sh As Object, ByVal Target As Range) If Target = ActiveSheet.Range("Subcategorie") Then Application.Run "'Exsion.xlam'!MENU_DATA" ActiveSheet.Calculate End If End Sub
Deactiveren van Exsion
Om Exsion te deactiveren dient u de invoegtoepassing voor de gebruiker te deactiveren. U kunt dit doen door de volgende stappen uit te voeren:
Druk op de knop “Bestand” (Links boven aan in het scherm).
Druk op de knop “Opties”.
Kies voor de optie “Invoegtoepassingen” en druk op start.
Haal het vink voor de invoegtoepassing Exsion weg en druk op “OK”.
Het Exsion menu is verwijderd uit het lint van Excel, en de gebruikers licentie is vrijgegeven.